Behalve door met je boot overstag te gaan, kan je ook op een andere manier het zeil naar de andere kant laten komen. Dit doe je voornamelijk bij voor de windse, of ruime windse rakken
Dan ga je niet met de kop door de wind maar met de kont van de boot. De stuurman stuurt dan met een kleine hoek binnen de wind. Het grootzeil komt met een zwaai naar het andere boord.
Gijpen is een moeilijke manoeuvre. En eist een goede oplettendheid. Het zeil blijft in tegenstelling met een overstag manoeuvre, voortdurend onder druk van de wind. De boot heeft en houdt een behoorlijke snelheid en is daarom gevoelig op het roer. Door binnen de wind te varen kan een onvrijwillige gijp ontstaan. Bij een ongecontroleerde gijp kan de boot uit zijn roer lopen en omslaan. En een onvrijwillig nat pak.
Als je besluit een gijp te maken doe het dan ook bewust. Het beste moment is wanneer de boot een hoge snelheid heeft. Je gaat immers voor de wind dus hoe harder je vaart, hoe minder druk in het zeil.
In erg harde wind kan je een gijp vermijden door een stormrondje te maken.